donderdag 2 augustus 2012

Opdrachten: Hoe "overleef" ik die andere cultuur

Opdracht 1:

Fasen W-Curve
1.       Euforie
2.       Cultuurschok
3.       Acculturatie
4.       Evenwicht
5.       Afscheid
6.       Cultuurschok 2
7.       Oude patroon

Opdracht 2:

Volgens Adreas Eppink zijn er verschillen tussen westerse samenlevingen en mediterrane samenlevingen in de plaats en de rol van het individu. Mediterrane samenlevingen zijn groeps- en rolgericht (wij-culturen), terwijl westerse samenlevingen persoonsgericht (ik-culturen)zijn.

Nederland heeft de C-cultuur van Adreas Eppink. Dit is een ik-cultuur met impliciete communicatie. De ik-cultuur komt omdat wij een westerse samenleving zijn. Een westerse samenleving heeft een ik-cultuur. Ik denk dat Nederland een beetje tussen de C-cultuur en D-cultuur in zit. In Nederland komt grotendeels de impliciete communicatie tot uiting. Nederlanders zijn gewend om te vragen of iets juist is of klopt, dit komt niet ter sprake in een cultuur met expliciete communicatie. Toch zijn wij vergeleken Nicaragua wel wat explicieter in onze communicatie.

Nicaragua heeft de A-cultuur van Adreas Eppink. Dit is een wij-cultuur met impliciete communicatie. De wij-cultuur komt omdat het geen westerse samenleving is. Impliciete communicatie is een vorm van communicatie waarbij men niet uit kan gaan van de letterlijke inhoud, maar waarbij er gelet moet worden op de juiste interpretatie en de kennis van de spreker, de groep waartoe deze behoort en de context waarin gesproken wordt. De vorm is belangrijker dan de inhoud. De beleerdheid is belangrijker dan de waarheid. Dit is in Nicaragua nog meer dan in Nederland. Nederlanders zullen sneller zeggen waar het op staat.

Opdracht 3:

Casus ‘De Afspraak’. Bij deze opdracht hebben wij een casus uitgespeeld over een directeur die iets onmogelijks van een student vraagt. Dit was erg leerzaam en leuk om te zien hoe iedere student toch heel anders reageert.

Ook hebben wij een casus die in Nicaragua zou kunnen afspelen uitgespeeld. Wij hadden verzonnen dat wij op de stageschool in Nicaragua zouden aankomen en dat zij ons vertellen dat wij geen Engelse les gaan geven daar maar handvaardigheid. Dit was erg leuk en met wat tips van Astrid over de cultuur in Nicaragua kwamen wij tot een goede oplossing: Engelse handvaardigheid.

Opdracht 4:

Nederland heeft een cultuur met een individualistische identiteit. Dit komt omdat wij een westerse cultuur zijn en die zijn meer gericht op het individu. In individualistische samenlevingen ontwikkelen mensen een sterk zelfbewustzijn en laten zich minder leiden door standaard regels. Westerse samenlevingen zijn in de laatste eeuwen steeds minder collectivistisch geworden. Nederland hoort momenteel tot de meest individualistische landen van de wereld. Individualisme kan gezien worden als aanpassing aan welvaart en overvloedige grondstoffen.

De Nederlandse cultuur heeft een kleine macht-afstand. Ook dit is, net als de identiteit van een land, afhankelijk van de welvaart. Onderzoek heeft uitgewezen dat hoe hoger de welvaart, hoe kleiner de macht-afstand. In Nederland is iedereen gelijk en dit wijst op een kleine macht-afstand.

De Nederlandse samenleving is zeer feminien ingesteld. Dit betekend dat er een gelijke rolverdeling is tussen de seksen. Onze Nederlandse cultuur scoort 86% op de feminiene meetlat. Het zegt vooral dat ze vooral vrouwelijke eigenschappen weten te waarderen. We hechten bijvoorbeeld veel waarde aan communicatievaardigheden, langdurige relaties en we vinden zorg voor de ander heel belangrijk. Prestaties gaan niet ten kosten van de relatie en we vermijden graag conflicten.

Nederland scoort tamelijk hoog op het gebied van onzekerheidsvermijding. Zoals de naam al doet vermoeden, is onzekerheidsvermijding de angst voor het onbekende en voor onvoorspelbare situaties waarop moeilijk grip te krijgen is. De grootste onzekerheidsvermijder is de overheid, gevolgd door woningstichtingen en scholen.

 De Nederlandse cultuur is erg langetermijngericht. Iedereen is al vanaf jonge leeftijd aan het sparen voor zijn pensioen. Ook is het erg belangrijk in Nederland dat je zorgt voor een huis en auto die groot genoeg is voor als je eventueel kinderen wilt.

Nicaragua heeft een cultuur met een collectivistische identiteit. In collectivistische samenlevingen speelt het groepsbewustzijn een grotere rol en wordt het handelen meer bepaald door vaste gedragsregels. Collectivisme kan worden gezien als aanpassing aan armoede en beperkte grondstoffen.

De Nicaraguaanse cultuur heeft een grote macht-afstand. In een samenleving met een grote macht-afstand denkt niemand dat alle mensen gelijk zijn, of dezelfde rechten hebben. Omdat Nicaragua een erg arm land is wijst dit er op dat het een grote macht-afstand heeft.

De Nicaraguaanse cultuur is feminien en masculien ingesteld. Costa Rica is erg feminien ingesteld. Dit is een buurland van Nicaragua. Dit heeft invloed op Nicaragua. Toch is Nicaragua ook masculien ingesteld vanwege de armoede. Er zijn veel mannen aan de macht en zij hebben daarom meer te zeggen en meer rechten dan de vrouwen.

De Nicaraguaanse cultuur heeft een zwakke onzekerheidsvermijding. Dit komt omdat de bevolking erg arm is. De bevolking leeft met de dag. Iedere dag is overleven. Zij zijn daarom niet erg bezig met wat de toekomst hen brengt. Zij zijn hier dus ook niet onzeker over.

De Nicaraguaanse cultuur is langetermijngericht/kortetermijngericht.

Opdracht 5:

Profielen

Persoonlijk logboek

Inleiding

Ik ben Tamara van Delft en vertrek 3 augustus naar Nicaragua. Mijn avontuur begint om 07.35 als ik in het vliegtuig naar Madrid stap, van Madrid vliegen wij naar Panama. Daarna gaan wij van Panama naar de plaats van bestemming: MANAGUA, NICARAGUA. Hier kom ik om 19.36 aan. Precies twaalf uur later dus. Ik verblijf in Nicaragua tot 23 november. Ik kom 24 november weer in Amsterdam aan.

Ik ga naar Nicaragua met: Daan Dangerman, Esther van der Zalm en Kevin de Rooij. Zij zitten bij mij op de Pabo in Leiden. De bedoeling is dat wij daar stage gaan lopen. Samen met Daan Dangerman heb ik een onderzoek bedacht dat wij in Nicaragua willen gaan uitvoeren. Zie ‘Onderzoeksplan’ voor het plan van dit onderzoek. Voor dat wij naar Nicaragua gaan hebben wij een ‘Landenonderzoek’ gemaakt over Nicaragua.

Motivatie

Graag wil ik volgend schooljaar deelnemen aan de minor Internationalisering. Deze minor duurt ongeveer 4 maanden. Dan zou ik naar Nicaragua willen gaan om daar een Spaanse cursus te volgen. Als deze afgerond is wil ik daar graag Engelse les geven aan inlandse kinderen tussen de 4 en de 6 jaar.

De reden waarom ik aan deze minor wil deelnemen is vanwege mijn persoonlijke en professionele ontwikkeling.

Er zijn een aantal persoonlijke ontwikkelingen die ik door zal maken door deze minor. Ten eerste leer ik hoe het is om te leven en te werken in een land met een andere cultuur. In Nicaragua leeft 70% van de bevolking onder de armoedegrens dus op de school waar ik ga werken zal ik beroep moeten doen op mijn creativiteit. Bij het lesgeven in Nederland ben ik gewend om even een filmpje te laten zien op het smartboard of een van de vele materialen uit de kast te pakken om een rekensom visueel te maken. Dit is in Nicaragua niet mogelijk, deze school heeft niet zoveel geld om al die moderne en praktische spullen aan te schaffen. Ook word ik losgeweekt uit mijn sociale omgeving zodat ik mij zelf beter leer kennen en leer hoe ik kan ‘overleven’ in een andere cultuur. Flexibiliteit is in dit project van groot belang en dat is dan ook iets wat ik in mijn carrière als leerkracht mee kan nemen.

De professionele ontwikkelingen die ik zal doormaken zijn talrijk. Ten eerste leer ik hoe ik jonge kinderen een vreemde taal kan aanleren. Zo ben ik dus in staat kinderen vroeg vreemde talen onderwijs aan te bieden. Ook leer ik in de voorafgaande lessen van de minor internationalisering een project opstellen of een project aanvraag te doen bij het Europees platform. De wereld is aan het veranderen, de kinderen die wij straks in onze eigen klas gaan krijgen proberen wij voor te bereiden op de multiculturele samenleving. Ik leer de kinderen om te gaan met mensen uit andere culturen. Ook kinderen uit mijn klas die uit een andere cultuur komen zal ik beter begrijpen als ik dit project gedaan heb. Ik heb dan eigen ervaring hoe het is om als ‘westerling’ in een vreemde cultuur te participeren. De multiculturele samenleving zorgt er ook voor dat de arbeidsmarkt een internationaal karakter krijgt, dit geef ik dan ook mee aan mijn leerlingen. Op deze minor ga ik onderzoek doen naar hoe ik kinderen een vroeg vreemde taal leer. Ik zal hier dan ook expert in worden.

Leerdoelen

-          Kennismaken met het vvto.

-          De Spaanse taal leren spreken.

-          Persoonlijke en professionele ontwikkeling.

-          De Nicaraguaanse cultuur ontdekken.

Kernkwaliteiten

-          Consensusgericht: Er is sprake van consensus wanneer de leden van een groep of gemeenschap een breed gedragen overeenstemming hebben bereikt.

-          Empatisch: Het zichzelf kunnen verplaatsen in anderen draagt bij tot het kunnen begrijpen van emoties van anderen en de communicatie met je medemens. Zonder empathie praat je langs elkaar heen of ontstaan er meningsverschillen. Empathie steunt ook op een goed 'lezen' of verstaan van verbale en non-verbale communicatieboodschappen van anderen.

-          Toegewijd: verknocht, trouw fanatiek, bezield, enthousiast


De andere studenten vonden de eigenschappen moedig, autonoom en harmonisch nog bij mij passen. Nu zal ik eerlijk toegeven dat ik niet echt een harmonisch persoon ben en soms erg emotioneel kan zijn. Maar ik ben een echte doorzetter dus moedig past wel bij mij. Ook ben ik erg autonoom omdat ik al op mijn 18de het huis uit ben gegaan en dus erg goed in staat ben om voor mijzelf te zorgen. Ik ben alleen niet iemand die graag alleen is. Heb behoefte aan vrienden om mij heen.